Op het industriepark Delfzijl staan opslagtanks van de NAM, vol giftige bijproducten van de aardgaswinning. De vraag is hoe veilig deze opslag is. Begin oktober ontstond er volgens de NAM een relatief klein lek; er zijn echter aanwijzingen dat de situatie aanmerkelijk ernstiger was. Aardgascondensaat bevat grote hoeveelheden van het extreem giftige benzeen. Zelfs lage concentraties benzeen zijn niet zonder risico; de WHO stelt dat er geen veilige ondergrens bestaat. Omwonenden ruiken regelmatig benzeen of hebben hoofdpijn en branderige ogen.
Het alarmsysteem van de NAM functioneert niet naar behoren. Omwonenden worden bij lekkages zodoende mogelijk niet, of te laat, geïnformeerd.

Follow The Money, 12 januari 2019, 8 minuten leestijd.

— FTM beschikt over documenten waaruit blijkt dat op 13 oktober, 10 dagen na het lek, 33,8 ppm benzeendamp op 750 meter afstand van het tankenpark is gemeten. Dat is ruim driemaal boven de RIVM-alarmdrempel. Toch zijn omwonenden niet op de hoogte gesteld.


— Vandaag presenteerde het Staatstoezicht op de Mijnen een rapport waarin wordt geconcludeerd dat er de nacht van 2 op 3 oktober sprake was van ‘een opeenvolging van menselijk en technisch falen’.

2018-01-09 18:15:49 DELFZIJL – Actievoerders van Groningers In Opstand blokkeren de toegang van een NAM-terrein in Farmsum op het Chemiepark Delfzijl na de zware aardbeving bij Zeerijp van maandag. Door de blokkade konden vrachtwagens die aardgascondensaat kwamen lossen konden het terrein niet bereiken. ANP VINCENT JANNINK

‘Kijk, daar staan ze.’ Het is 25 oktober. Ik ben in een knus ingericht appartement, in een van de portiekflats aan het einde van de Borgweg in Farmsum, bij een mevrouw die ‘zeg maar Amalia’ heet. ‘Mijn zwager werkt bij de NAM, dus mijn echte naam hoeft niet in de krant, hoor.’ De vensterbank staat vol snuisterijen. Door haar stralend schoon gezeemde ruiten, tussen de bomen door, is het tankenpark van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) goed zichtbaar. Achter de enorme, muisgrijs geverfde opslagtanks – doorsnee rond de twintig meter – staat een hijskraan. Mannen in overalls scharrelen rond op een tank. ‘Ze zijn daar al sinds de lekkerij bezig, dat was drie weken geleden. Ik ga wel eens kijken. Wil je nog een bakje koffie?’

Met ‘de lekkerij’ bedoelt Amalia het recente chemische lek dat in de nacht van 2 op 3 oktober ontstond. Omwonenden en hulppersoneel werden ziek na het inademen van de stoffen die daarbij vrijkwamen. Amalia heeft het ook geroken. ‘Maar we zijn hier wel wat gewend hoor. Af en toe hoofdpijn, branderige ogen. Dat hoort er gewoon bij als je hier woont hè. Nog een bakje?’

Amalia woont in een van de flats op nog geen 300 meter van de Opslag- en ScheidingsFaciliteit (OSF) van de NAM bij Farmsum, een wierdedorp dat duizend jaar geleden voor het eerst in de boeken opdook als ‘Fretmarashem’, en nu al decennia aan Delfzijl is vastgegroeid. Vrachtwagenchauffeurs slapen in wegrestaurant Schipperop 167 meter van de OSF Delfzijl, een basisschooltje staat op 600 meter afstand.

Het is is onbekend hoevaak er condensaat weglekte zonder dat de NAM dit heeft gemeld

Het lek ontstond tussen 2 en 3 oktober, maar werd pas op 4 oktober opgemerkt en bij de brandweer gemeld. De NAM kwam pas op dinsdag 9 oktober om 13.30 met een verklaring dat het ‘naar alle waarschijnlijkheid’ aardgascondensaat betrof. Het Openbaar Ministerie opende een strafrechtelijk onderzoek naar de gang van zaken.

NAM-directeur Johan Atema bood omwonenden op 30 oktober officieel zijn excuses aan voor het lek. ‘Helaas moet ik constateren dat wij in geval van Farmsum duidelijk zijn tekortgeschoten ten aanzien van onze eigen standaard en die van de omgeving. Aardgascondensaat hoort niet in het oppervlaktewater en als dat wel gebeurt, dan mag het niet een paar dagen duren voordat we dat ontdekken. Ik wil nogmaals namens NAM onze spijt betuigen voor dit incident en onze excuses aan de omwonenden voor de overlast aanbieden.’

Lekkages komen vaker voor

Hoe vaak er condensaat is weggelekt zonder dat de NAM dit meldde, is onbekend. De omwonenden die ik sprak, zeggen de afgelopen jaren herhaaldelijk de zoetige lucht van aardgascondensaat geroken te hebben. Nog vaker hebben ze hoofdpijn en branderige ogen. De NAM heeft in oktober, twee volle maanden na een lek tijdens de Code Rood-klimaatactie van afgelopen zomer, toegegeven dat er die dag een wolk aardgascondensaat is ontsnapt.

Dat er vaker lekkages zijn, blijkt ook uit een Kamerbrief over bodemverontreiniging van 18 juni dit jaar. De grond onder OSF Delfzijl is zo ernstig vervuild dat er eigenlijk gesaneerd moet worden. Wegens de bedrijfsvoering kan dat op dit moment niet; de bodemverontreiniging wordt blijkens de Kamerbrief ‘gemonitord’.

Lekkages beperken zich niet tot het OSF-terrein. In juli 2017 liepen tientallen kubieke meters condensaat in de Eems, tijdens het overpompen uit een schip. Na drie uur was de situatie onder controle, hoewel het scheepvaartverkeer naar de haven van Delfzijl gestremd bleef totdat de weggelekte vloeistof was verwijderd. Uit een artikel over de NAM-locatie Hardenberg blijkt dat het grondwater ook daar is verontreinigd, wat impliceert dat de grond er vervuild moet zijn. De NAM zelf meldt dat ze ‘sinds de jaren ’90 actief bezig [is] met het saneren van dit soort bodemverontreinigingen.’AARDGASCONDENSAAT: BRANDBAAR, EXPLOSIEF EN EXTREEM GIFTIG

Voordat aardgas geschikt is voor gebruik, moet het worden ontdaan van allerlei vluchtige stoffen en ongerechtigheden die meekomen bij het oppompen ervan. Deze stoffen staan bekend onder de verzamelnaam aardgascondensaat. De hoeveelheden condensaat die de afgelopen decennia in Groningen zijn opgepompt, zijn reusachtig: naar schatting 21 miljard liter. Dit condensaat wordt verscheept naar raffinaderijen in de Botlek, waar het onder meer wordt gebruikt als hoogwaardige grondstof voor kunststoffen.

Aardgascondensaat is een mix van gassen, gemaakt van koolstof en waterstof: ethaan (C2H6), propaan (C3H8), butaan (n-C4H10), isobutaan (i-C4H10), plus een reeks vluchtige benzine-achtige stoffen: pentanen, hexanen, septanen en octanen (C8H18). Het uiterst vluchtige, niet gasvormige deel van deze koolwaterstoffen is beter bekend als nafta of wasbenzine. Naast verzadigde koolwaterstoffen bevat aardgascondensaat aanzienlijke hoeveelheden onverzadigde koolwaterstoffen: ethyleen, benzeen, tolueen en xylenen. Deze laatste drie stoffen heten aromatische koolwaterstoffen: ze zijn zo vluchtig dat je ze altijd als eerste ruikt. Alle aromaten zijn giftig, maar vooral benzeen is berucht.

‘Aardgascondensaat lijkt op dieselolie’

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) typeerde aardgascondensaat in een rapport uit 2007 als ‘een zeer vluchtige en zeer brandbare’ stof. Het ‘kan eenvoudig een explosief gasmengsel vormen. Het gevaarpotentieel van aardgascondensaat wordt bij de NAM als hoog gekwalificeerd.’ Vooral het benzeen dat erin zit, is zorgwekkend. Dat blijkt ook uit interne veiligheidsdocumenten van de NAM, Shell en Exxon waarover FTM beschikt. In een veiligheidspresentatie worden werknemers nadrukkelijk gewaarschuwd: ‘Wees alert! In het productieproces wordt aardgascondensaat afgescheiden van het aardgas en opgeslagen. Eén van de bestanddelen van aardgascondensaat is benzeen. Deze stof is kankerverwekkend. Voorkom dus ieder contact met benzeen.TEKST OVER KWIK EN BENZEEN UIT DE VEILIGHEIDSPRESENTATIE VAN NAM CONTRACTOR GLT-PLUS OVER AARDGASCONDENSAAT EN BENZEEN. (p. 2)

Selected portion of a source document hosted by DocumentCloud

View the entire document with DocumentCloud

Maar naar de buitenwereld toe wekt de NAM de suggestie dat het ergens wel meevalt met de gevaren van condensaat. Op haar website meldt de NAM bijvoorbeeld: ‘Aardgascondensaat lijkt op dieselolie en bevat een mengsel van koolwaterstoffen, waaronder benzeen. Benzeen, dat ook in benzine voorkomt is een gevaarlijke stof. Er worden speciale veiligheidsmaatregelen getroffen om te voorkomen dat mensen worden blootgesteld en deze stof niet in het milieu komt.’

Zijn omwonenden veilig bij lekkend condensaat?

Op 4 december beantwoordde minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat Kamervragen over de lekkage in Farmsum. Uit zijn antwoord: ‘De mate waarin omwonenden zijn blootgesteld aan dampen afkomstig van het gelekte aardgascondensaat lijkt beperkt te zijn geweest. De brandweer heeft op zondag 7 oktober 2018 op enkele locaties benzeenmetingen verricht. De metingen in de openbare ruimte varieerden van 0,3 ppm tot 20 ppm. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) adviseert actief te communiceren bij een waarde van 30,7 ppm. Dit is de waarde waarbij de luchtconcentratie met grote waarschijnlijkheid door de blootgestelde bevolking als hinderlijk wordt waargenomen, of waarboven lichte gezondheidseffecten mogelijk zijn.’

Op 10 december corrigeerde Wiebes zijn antwoord van 4 december: ‘In mijn beantwoording noem ik de waarde van 30,7 ppm voor een blootstellingstijd van 1 uur. Het RIVM hanteert een norm voor de blootstelling aan benzeen van 9,21 ppm voor een maximale blootstellingstijd van 8 uur. [..] De voor de normwaarde relevante metingen zijn door de Veiligheidsregio Groningen gedaan in de nabijgelegen woonwijk. Zij heeft bij de Koestraat vlak boven het water in de woonwijk 2 ppm benzeen gemeten. Op straat nabij de huizen heeft men 0,3 ppm benzeen gemeten. Deze waarden zijn lager dan de voorlichtingsgrenswaarde bij een blootstellingstijd van 8 uur.’

In dit nieuwe antwoord van Wiebes is de eerder genoemde gemeten waarde van 20 ppm benzeen (‘de metingen in de openbare ruimte varieerden van 0,3 ppm tot 20 ppm’) verdwenen. 

Omwonenden hebben na 2 oktober zes keer condensaat in huis geroken. Meerdere mensen bevestigen dit. Als je condensaat ruikt, ruik je benzeen. De geurdrempel voor benzeen is volgens het Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) 1,5 tot 4,7 ppm. Deze geurdrempel geeft volgens het CDC voldoende waarschuwing voor acuut gevaarlijke blootstellingsconcentraties, maar is onvoldoende voor chronische blootstelling. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft zelfs vastgesteld dat er voor benzeen ‘no safe level’ bestaat. Toxicoloog dr. Henk Tennekes, consultant bij Experimental Toxicology Services (ETS), legt uit waarom: ‘ De schade die wordt aangericht, stapelt zich, en kan bij herhaalde blootstelling aan lage concentraties tot een chronische ziekte leiden. De werking van benzeen is onomkeerbaar.’

De GGD kreeg bij de laatste lekkage een tiental klachten binnen over geuroverlast en hoofdpijn. De dienst werd pas op zondagavond 7 oktober door de gemeente ingeschakeld; dat vond ze zelf ook rijkelijk laat. Woordvoerder Frans Greven meldt dat er nog nooit een gezondheidsonderzoek is gedaan onder omwonenden, omdat de GGD van de NAM niet de indruk kreeg dat lekkages vaak voorkomen.

Chemicus Timoer Frelink is managing director bij een bedrijf dat meetapparatuur bouwt voor de chemische industrie. Hij vindt vaak dat mensen het gevaar van chemische stoffen in het milieu overdrijven. Frelink: ‘Maar de waarden die Wiebes noemt, zijn een ander verhaal: 20 ppm kan echt niet. Je wordt niet onmiddellijk ziek van benzeen, maar de kans dat een deel van de omwonenden op de lange termijn ziek wordt, is groot.’

Werkt het alarmsysteem wel goed?

Op 25 oktober maakte ik foto’s van de infrarode detectieapparatuur met een geïntegreerd alarmsysteem op het OSF-terrein; volgens een specialist gaat het om het type Dräger PIR 7000, uiterst gevoelige apparaten. Tussen 2014 en 2016 ging het alarm dat aan deze camera’s is verbonden, een paar keer per week af. Vijf omwonenden bevestigen dat schriftelijk aan FTM.

Veel van de alarmen op de OSF waren ’s nachts te horen

NAM-woordvoerder Ewoud Nysingh heeft een verklaring: ‘Vorig jaar waren er steenmarters op het terrein. Het brandalarm ging af omdat de steenmarters de bedrading kapot knaagden. De dieren zijn verjaagd. Wat de bewoners verder hebben gehoord, zijn interne alarmen, in verband met testen, oefeningen van storingen en uitvoering van werkzaamheden op het Tankenpark. Op de interne meldingen wordt direct gereageerd, er wordt bekeken wat de oorzaak is en dan wordt er actie ondernomen.’

Maar emeritus hoogleraar veiligheid Ben Ale veegt de vloer aan met de steenmartersuitleg: ‘Dan zou er sprake zijn van een stupide constructie. Ook konijnen eten aan draden, weet ik van veldproeven die we 40 jaar geleden hebben uitgevoerd. De NAM heeft toch wel van mantelbuizen gehoord, beschermingsconstructies voor bedrading?’

Wat betreft de ‘testen, oefeningen van storingen en uitvoering van werkzaamheden’: veel van de alarmen op de OSF waren ’s nachts te horen. Een omwonende: ‘Bij elk alarm ’s nachts of ’s avonds belde ik onmiddellijk de NAM in Sappemeer, daar zit de hoofdschakelunit, daar wordt alles in de gaten gehouden. Negen van de tien keer zeiden ze: “Je moet je niet zo aanstellen. Er gaat geen alarm af, er is niks aan de hand.” Maar als ik dan volhield, zeiden ze: “We gaan wel even kijken.” Dan kwamen ze een uur later. Sappemeer is 20 minuten rijden. Daar word je niet vrolijk van.’

Maar tijdens de Code Rood-klimaatactie afgelopen zomer ontsnapte een wolk condensaat: volgens aanwezige actievoerders ging het Dräger-alarmsysteem niet af. Of het alarm begin oktober wel af ging, is onduidelijk. Cynthia Heijne, woordvoerder van het SodM: ‘Of alle alarmen naar behoren hebben gewerkt en of de NAM adequaat op alarmen gereageerd heeft, is onderdeel van het strafrechtelijk onderzoek. Daarom kan ik er verder niet op ingaan. Het moge echter geen geheim zijn dat dit niet goed is gegaan. Zoals je wellicht gelezen hebt in ons bericht van 26 oktober moest de NAM van ons per direct “de alarmeringen op het tankenpark aanpassen, zodat signalen van mogelijke lekkage direct en met de hoogste prioriteit worden opgepakt”.’

Tijdlijn en metingen roepen vragen op 

Volgens de NAM was er in de nacht van 2 op 3 oktober sprake van een overstroomde lekbak, waardoor 30.000 liter condensaat (30 m3) is weggelekt. Dat is de inhoud van ongeveer één tankwagen. De tijdlijn van gebeurtenissen in Farmsum laat ruimte voor twijfel aan deze lezing. Een lekbakoverstroming bij het vullen van een tank is een eenmalige puls. Volgens ooggetuigen hebben tankwagens echter vanaf 4 oktober tot 18 oktober dagelijks het hemelwaterriool, dat van het tankenpark naar het vervuilde kanaal loopt, staan leegpompen. Dit hemelwaterriool was bij de monding afgesloten met kunststof deksels.

Op 13 oktober voerde het SGS in opdracht van de gemeente Delfzijl metingen uit op diverse plaatsen rond het tankenpark; kopieën daarvan zijn in het bezit van FTM. Tussen de lekkage en deze metingen is het vrijwel droog geweest; je zou daarom verwachten dat het hemelwaterriool leeg is. In theorie is het mogelijk dat de periode van 4 tot 18 oktober gebruikt is om slib uit het riool te spoelen. De NAM legde echter pas opop 19 oktober, 16 dagen na het lek, een noodriool aan. Dat is daarna onder hoge druk met water schoongespoeld, en deels uitgegraven. Tot aan die dag stonden tankwagens dagelijks vloeistof uit het hemelwaterriool te pompen. Dat, maar vooral de op 13 oktober gemeten concentratie, suggereert dat er veel meer gif gelekt is dan de NAM meedeelt.

  • Monding hemelwaterriool, afgesloten met kunststof deksels. 750 meter van het OSF Delfzijl tankenpark van de NAM.18 oktober, foto Sam Gerrits
  • SGS-labmeetwaarden benzeendamp op 13 oktober.Deze metingen zijn verricht in opdracht van de gemeente Delfzijl, en door een insider aan FTM gegeven.
  • De “put voor de brug”.Het betreft hier een gat, uitgehakt in het hemelwaterriool. Op 18 oktober rook ik hier een sterke benzeendamp. 750 meter van het OSF Delfzijl tankenpark van de NAM, 18 oktober, foto Sam Gerrits
  • Situatieschets tankpark OSF Delfzijl, met het noodriool van de NAM dat op 19 oktober in werking werd gesteld.Bewerking Sam Gerrits, bron Google Maps.
  • Monding hemelwaterriool, afgesloten met kunststof deksels. 750 meter van het OSF Delfzijl tankenpark van de NAM.18 oktober, foto Sam Gerrits
  • SGS-labmeetwaarden benzeendamp op 13 oktober.Deze metingen zijn verricht in opdracht van de gemeente Delfzijl, en door een insider aan FTM gegeven.

In de ‘spoelput’, bij punt D, meet het SGS op 13 oktober om 16:30 een benzeenconcentratie in de lucht van 15,25 ppm. In ‘de put voor de brug’ (punt F), op 750 meter van het tankenpark, meet het SGS die dag om 16:15 een benzeenconcentratie in de lucht van 33,8 ppm. Dat laatste is ruim 13 keer de door de NAM maximaal veilig geachte concentratie voor haar werknemers bij een blootstelling van 15 minuten, en ruim 3 keer boven de RIVM-alarmdrempel.

Dat er 33.8 ppm gemeten is in het hemelwaterriool betekent volgens chemicus Frelink dat het daar op 13 oktober moet hebben volgezeten met aardgascondensaat. Frelink: ‘Als er daadwerkelijk slechts 30 kuub aardgascondensaat was weggelekt, had de NAM condensaatresten in het hemelwaterriool in minder dan een paar uur kunnen oppompen.’

Kortom: het is niet ondenkbaar dat het enige dat Delfzijl van een giframp scheidde, een stel kunststof deksels was.

Verzwegen werkzaamheden

In zijn antwoorden van 4 december meldde minister Wiebes: ‘Het vervuilde riool is afgesloten om reiniging mogelijk te maken. Het hemelwater en het water dat gebruikt is voor het reinigen van het riool inclusief het bij de reiniging vrijgekomen slib, is naar het tankenpark getransporteerd via een tijdelijk riool.’

Op 25 oktober maakte ik, na mijn bezoek aan Amalia, een ommetje langs de dijk achter het tankenpark van de NAM. Langs de dijk waaronder het hemelwaterriool naar het kanaal loopt, stond een grote graafmachine. Ik liep de spoorbrug op en keek uit op de monding van het hemelwaterriool (punt F). Vijf mannen in overall waren het uiteinde van het riool aan het uitgraven. Er hing zo’n een dikke benzeendamp dat ik moest hoesten. Niemand droeg een masker, of zelfs maar een mondkapje. Met hoofdpijn en tranende ogen liep ik terug naar mijn auto. Naderhand hoorde ik van ooggetuigen dat het hele riool, vanaf de weg bij het terrein van Wagenborg (punt E), tot aan het kanaal is uitgegraven, inclusief de omringende grond. Minister Wiebes zweeg daarover, net zoals hij de hoge metingen van SGS niet aan de Kamer meedeelde.

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met EenVandaag, het nieuws- en actualiteitenprogramma van AVROTROS op NPO 1. Het item wordt uitgezonden op woensdag 12 december om 18:15

Reactie Nederlandse Aardolie Maatschappij

Ik heb informatie dat er 33.8 ppm benzeen is gemeten op 13 oktober. Kan de NAM dit bevestigen?

– Ja, die informatie is verkregen van de gemeente.

Weet de NAM van andere metingen dan die van haarzelf?

– Ja, maar alleen de bovengenoemde metingen namens de gemeente die zijn gedeeld met NAM. 

Zijn daarbij ook zulke hoge waardes gemeten?

– Zie hierboven, alleen de metingen van de gemeente. 

Hoe verklaart de NAM dat er 10 dagen na het lek, van beweerdelijk 30 kuub condensaat, nog zulke hoge waardes konden worden gemeten?

– Door het ontbreken van goede tekeningen van deze gemeentelijke riolering (zogenaamde Nedalco riool) en slib in het riool heeft het enige tijd geduurd voordat door middel van camera-inspecties een volledig beeld is verkregen van het leidingwerk zodat de leiding kon worden schoongemaakt. De schoonmaakwerkzaamheden zijn op 31 oktober 2018 afgerond. Tot die tijd was er op plekken nog condensaat aanwezig in de riolering. 

Is dit een indicatie dat er mogelijk meer condensaat is gelekt?

– Nee. 

De NAM heeft op 19 oktober een noodriool aangelegd. Het regende niet in die tussenliggende tijd, constateer ik via de meteo-data. Zelfs de meest zwakke tankauto-pomp (4 m3 per uur) kan in 1 dag 30 kuub oppompen. Dit was 2 weken later. Wat pompten de tankwagens die ooggetuigen in de tussenliggende 2 weken hebben gezien uit het hemelwaterriool? 

– De Nedalco-leiding staat deels onder water en heeft een continu aanbod van water vanuit verschillende aansluitingen (grondwater en andere waterstromen). Het Nedalcoriool is leeggehaald voor inspectie, gespoeld en schoongemaakt. Het water dat hierbij vrijkwam is afgevoerd door middel van vrachtwagens. 

Sam Gerritsen = Sam Gerrits