De sluiting van De Roodvoet was een relatief klein, maar historisch faillissement, dat ik tijdens de kredietcrisis in 2009 heb gecovered voor NRC Handelsblad. Later ben ik in de archieven gedoken om mijn verslag van die gedenkwaardige zomerse dag uit te breiden met een geschiedenis van de steenbakkerij, inclusief etymologie, foto’s en kaartmateriaal.

Rijswijk — De schoorsteen van De Roodvoet is al van ver zichtbaar, tussen de appelboomgaarden langs de Nederrijn. Maar hij rookt al maanden niet meer. Ook bij de Betuwse steenbakkerij heeft de crisis toegeslagen. Na 126 jaar bijna onafgebroken draaien, heeft het Oostenrijkse moederbedrijf Wienerberger de stekker eruit getrokken. Alleen Koen Wulterkens (64) rijdt nog buiten met de heftruck rond, om de laatste bergen baksteen verkoopklaar te maken. „We zijn steenrijk hier”, grapt hij.

NRC Handelsblad, 29 juli 2009, 7 minuten leestijd.

Door 
SAM GERRITS

Tunneloven, steenbakkers zeggen stokoven

Wulterkens komt uit een lange traditie van steenbakkers. Zijn overgrootvader was al kleisteker en baksteenbakker, ergens in het rivierenland. Hij is een van de elf werknemers die nog op het terrein van De Roodvoet wonen.

De sluiting van Wienerberger Roodvoet in het Gelderse Rijswijk is een direct gevolg van de crisis in de bouw. Het Oostenrijkse moederbedrijf, dat in 2008 wereldwijd 2,4 miljard euro omzette, wordt hard geraakt door het inzakken van de bouwnijverheid. Op het hoofdkantoor in Wenen verwachten ze dat de vraag naar bakstenen en dakpannen dit jaar met een kwart terugloopt. Het concern besloot daarom onlangs 27 van haar kleinere, oudere steenfabrieken wereldwijd tijdelijk of permanent stop te zetten.

In Nederland gingen steenfabriek Daams in Spijk (bij Gorinchem), Timmermans in het Utrechtse Elst en De Roodvoet in het Betuwse Rijswijk voorgoed dicht. Na de sluiting van deze drie fabrieken heeft Wienerberger in Nederland nog 19 productielocaties over, met bij elkaar bijna 1.000 werknemers. Wereldwijd telt Wienerberger 15.000 werknemers.

Marketingdirecteur Geert Segers van Wienerberger in Nederland wil geen cijfers geven over de financiële situatie van De Roodvoet of de andere Nederlandse steenfabrieken, maar laat wel weten dat De Roodvoet de afgelopen jaren verlies leed. De steenbakkerij had al langer veel last van een sterk gedaalde export en nu slinkt ook de binnenlandse markt.

Toen Wulterkens in 1968 op 23-jarige leeftijd begon, bakte de fabriek 6 miljoen stenen per jaar. De laatste jaren produceerde De Roodvoet 35 miljoen bakstenen per jaar. Dat is voor een steenfabriek relatief weinig, maar de fabriek was gespecialiseerd in nicheproducten, zoals bakstenen voor woningrenovaties. Ze exporteerde ongeveer de helft van haar bakstenen naar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De grote afhankelijkheid van de export heeft de Roodvoet de das omgedaan. De Duitse nieuwbouwmarkt kwakkelde al jaren, door overproductie in de jaren negentig. Toen de Britse nieuwbouwmarkt eind 2008 ook nog in elkaar klapte, viel de vraag naar de producten van De Roodvoet grotendeels weg.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is 1*Rpq8YL-8-GOsA7Wa2s_I4A.png

Een rondgang door het bedrijf laat zien hoe abrupt het einde is gekomen. De machines uit de jaren zeventig zijn onlangs nog uitgerust met nieuwe sturingsapparatuur. Rond de tunneloven, waar de stenen in gebakken werden, staan vele vierkante meters aan hagelnieuwe apparatuur. In 2007 investeerde moederbedrijf Wienerberger nog 1,8 miljoen euro in de fabriek, waar tot voor kort 19 mensen werkten.

Wienerberger heeft bij De Roodvoet en de andere steenfabrieken van het bedrijf geen gebruik gemaakt van de deeltijd-WW, maar direct gekozen voor fabriekssluitingen. Een deel van het personeel is herplaatst. Segers sluit niet uit dat nieuwe maatregelen nodig zijn als de bouwproductie na de zomer verder inzakt. „De rek is eruit, wat herplaatsing van personeel betreft. Als er nog meer sluitingen volgen, komen er mensen thuis te zitten.”

Tot nu toe zijn er vrijwel geen gedwongen ontslagen gevallen, zegt Segers. „De Polen en de uitzendkrachten zijn naar huis, maar van de 90 werknemers van onze drie gesloten fabrieken hebben we er 76 kunnen herplaatsen.”

Volgens Bert Jan Koekoek, directeur Noordwest-Europa van Wienerberger, waren de fabriekssluitingen onvermijdelijk. „Wienerberger heeft al jaren het beleid om grootschaliger en efficiënter te werken. Sommige locaties zijn op termijn niet geschikt voor uitbreiding en zullen moeten sluiten. De crisis heeft dat proces versneld.”

Het verdwijnen van 27 veelal eeuwenoude bedrijfjes in zijn deel van Europa laat Koekoek niet koud. „Het doet mij, als manager in de keramische industrie, pijn om te zien dat bedrijfjes met specifieke kennis zoals De Roodvoet verloren gaan, maar aan de andere kant is dit al decennia gaande. In de jaren vijftig waren er honderden steenbakkers in Nederland, nu zijn dat er minder dan veertig, ik verwacht dat die daling pas stopt als er een stuk of twintig fabrieken over zijn.”

Veerpont met schoorsteen voormalige steenfabriek de Blauwe Kamer

De productie van De Roodvoet wordt zo veel mogelijk overgeheveld naar het Belgische Beerse, waar een fabriek met drie ovens een capaciteit van 210 miljoen stenen per jaar heeft. Een van de drie ovens in Beerse wordt nu volledig ingezet om voor de Nederlandse markt te produceren.

Wat er met de gebouwen en de grond van De Roodvoet gaat gebeuren is nog niet duidelijk. Maar de oud-werknemers die op het terrein wonen, hoeven zich geen zorgen te maken. Koekoek: „In Nederland geldt huurbescherming, dat zal aan de basis van de verkooponderhandelingen liggen.”

Koekoek verwacht niet dat er door de voortschrijdende crisis op korte termijn nog meer gedwongen sluitingen zullen volgen: „Wij hebben als eerste in deze markt actie ondernomen, en voldoende gesneden om onze activiteiten tot 2010 te waarborgen.

Schoorsteen De Roodvoet vanaf de Rijnbandijk. Bomenrij markeert eigen weg “Roodvoet”. Google Maps

Steenfabriek De Roodvoet — historie

Bewerking van de tekst van historicus en grofkeramiekspecialist Rob A. J. Vermeulen, augustus 2018.

Rob A. J. Vermeulen

De naam De Roodvoet duikt voor het eerst op in het “Oude Schiltboeck van de Vrijheijt Wijck”, daterend van 1599. In dit zogenaamde Schuldboek worden de namen vermeld van alle grondbezitters in de omgeving van Wijk bij Duurstede. Feitelijk is het een opsomming van verstuurde aanslagbrieven, met betrekking tot aan de “Vreiheijt” Wijck verschuldigde grondbelasting.

Volgens het administratieve boekwerk uit 1599 bezaten de “Kinderen van Lockhorst” destijds, naast hun andere landerijen, ook een “weert” (uiterwaard, buitendijks stuk grond) “genaamd Den Roodvoet, groot 28 of 29 morgen of daaromtrent.” Een morgen was in die tijd een streekgebonden oppervlaktemaat.

Een Biltse morgen was 0,92 hectare, dus de rivierbocht De Roodvoet zal in 1599 ongeveer 27 hectare geweest zijn. Dat is een stuk grond van ongeveer een kwart vierkante kilometer. Je kunt er aan de ene kant een Vinexwijk van zeg 700 huizen op kwijt, maar het is aan de andere kant maar 0,02 procent van de provincie Utrecht.

Een van de in het Schiltboeck genoemde adelijke Kinderen was Adam van Lockhorst. Heer van Nederhorst, Overmeer, Vredeland, Kortenhoef, Zuylen, Westbroek en Zwesereng. Deze Adam van Lockhorst werd op 6 November 1617 met het blijkbaar armlastige slot Zuylen beleend, in opdracht van de rijke koopman Caspar Quinget. Adam kocht het slot Zuylen uiteindelijk, en werd op 3 maart 1643, na “zijn oudsten adel bewezen te hebben”, geadmitteerd in de Utrechtse ridderschap. Zo werd je in die tijd ridder.

Terug naar zijn onaanzienlijke eigendom, De Roodvoet. De uiterwaard, die volgens de belastingaanslag op dat moment nog in de provincie Utrecht lag, dankt haar naam aan haar uiterlijk. Volgens de overlevering bedekte een laag rode klei van een voet dik (ongeveer 35 centimeter) een groot deel van de rivierbocht. Als je de kaart hieronder bekijkt, lijkt het erop, dat het uiteinde van de rivierbocht een met rode klei bedekte “voet” had. Dat valt op als je er langs vaart. Dit kan ook de oorsprong van de naam zijn.

Zo’n rode klei ontstaat als er fijnkorrelige, rijke, ijzerhoudende klei afgezet wordt en langere tijd aan de elementen blootstaat, zodat het ijzer oxideert. Dit gebeurt doordat meanderende rivieren van de binnenkant van de bocht weg bewegen. De binnenbocht, waar de stroming het geringst is noem je een glij-oever. Het water glijdt er langs, daarom slibt er ook fijne klei aan. De buitenbocht noem je de stootoever. Daar is de stroomsnelheid het hoogst en slijt het water de oever uit.

Detail topografisch militaire kaart 1850. Topografische Dienst/Kadaster.

Een heel klein Suez-kanaaltje

Een rivierbocht is vervelend voor de scheepvaart, je verliest er tijd mee. Tijdens de industriële revolutie werd daarom, in de vaart de volkeren, een handig bocht-afsnijdend kanaaltje door de meander gepland. Dat de start van de aanleg van dit kanaal samenviel met het gereedkomen van het Suez-kanaal, zal geen toeval geweest zijn. Ambtelijk Nederland laat zich graag op een kleine manier inspireren door grote ontwikkelingen op wereldschaal.

De meeste scheepvaart ging niet heel rap in die tijd, het was veelal nog geen stoom, maar zeilen, jagen en punteren als vanouds. Deze schepen zouden er ook van profiteren. Het Rijk onteigende daarom omstreeks 1869 verschillende percelen grond in de uiterwaard, en groef er een kanaal doorheen. Waarmee de afsnijding van de “hinderlijke” Rijnbocht een feit was.

De afgesneden riviermeander van De Roodvoet, 1871

Afgaand op het bovenstaande kaartje werd de uiterwaard, zo ze niet deels onder water stond, gebruikt om er vee op te laten grazen. 284 jaar nadat De Roodvoet voor het eerst genoemd wordt, kwam daar verandering in.

Een nagelnieuwe baksteenfabriek

Op 20 januari 1883 kochten steenfabrikanten Terwindt & Arntz uit Nijmegen op een publieke veiling een “perceel van 30 hectare” in de uiterwaard. Gezien de oppervlakte in ‘morgens’ van 1599, zal dat wel de complete afgesneden Rijnbocht geweest zijn. De firma richtte er een nieuwe steenfabriek op, die vernoemd werd naar de naam van de uiterwaard — De Roodvoet.

De firma had ervaring met het bouwen van steenbakkerijen en, niet onbelangrijk, de juiste connecties. In 1885 verleenden de Burgermeester en Wethouders van Wijk bij Duurstede een hinderwetvergunning aan Terwindt & Arntz, voor het plaatsen van stoomwerktuigen. Er werden veldovens opgericht. In 1896 werkten er 82 mensen op de steenbakkerij.

Baksteen met de initialen van Terwindt & Arntz

In 1902 stond de maatschappij voor grote investeringen in hun ondernemingen in Lobith. Om die te financieren, besloten Terwindt & Arntz hun landgoed “Nijenheim” en hun steenfabriek “De Roodvoet” bij Wijk bij Duurstede te verkopen.

In het jaarverslag, waarin “De Roodvoet” voor het laatst op de balans van Terwindt & Arntz voorkomt valt te lezen: “door het aller-treurigst stoken van de baas aldaar, hebben wij hier een zeer slecht resultaat gehad”. Dat lijkt op verlies, door slecht management. Het fabriekscomplex was toen echter al tot ongeveer 4,5 hectare uitgebreid. Dat weerspreekt de negatieve verhalen. Mogelijk is er hier sprake geweest van een flinke afschrijving in de boeken, met een zielig verhaal, om het kapitale bezit voor een zacht prijsje over te kunnen hevelen aan een Arntz-telg. Zoals dat vaker ging.

Een lange rij stortwagens

Op 15 januari 1903 werd het eiland De Roodvoet voor zeg 90.000 gulden door de moedermaatschappij verkocht aan Stephan Arntz uit Nijmegen. Stephan wist de fabriek tot nog grotere bloei te brengen. In 1911 waren er maar liefst 149 mannen en vrouwen werkzaam op zijn fabriek. Rond 1937 liet hij een smalspoor aanleggen naar het haventje van zijn fabriek, aan de Nederrijn. De klei voor de bakstenen die per binnenvaartschip aangevoerd werd, werd voortaan met een lange rij stortwagens, getrokken door een stoomlocomotiefje, naar het kleidepot van de fabriek getransporteerd. De oorspronkelijke kleiputten van de uiterwaard waren toen al lang leeg geschept.

Het locomotiefje van Stephan Arntz is door gelukkig toeval bewaard gebleven en volledig gerestaureerd te bewonderen in het Smalspoormuseum in Valkenburg ZH.

Smalspoorlocomotiefje van De Roodvoet. Fabrikant: Orenstein & Koppel. Fabrieksnummer: 12974, Bouwjaar: 1937, vermogen: 50 pk

Aan het eind van de tweede wereldoorlog lag de fabriek stil wegens gebrek aan brandstof. Tientallen schippers maakten gebruik van die gelegenheid om met hun bootjes in het haventje van de Roodvoet onder te duiken. Door een tragisch misverstand werden ze, een paar weken voor de bevrijding, door de geallieerden gebombardeerd.

Een dodelijk misverstand

De website Oorlogsslachtoffers West-Betuwe zegt er dit over:

In maart 1945 togen veel schippers uit Ingen, Eck en Wiel en Maurik naar het haventje van steenfabriek De Roodvoet in Rijswijk. Ze hoopten uit het zicht van de Duitsers te blijven en zo aan vordering van hun schepen te ontkomen. De tientallen schepen lagen daar beschut achter een dijkje. De Duitsers ontdekten ze echter toch, en vorderde direct de scheepjes. De schippers probeerden nog door een sleepboot in de ingang van de haven te laten zinken, dit te voorkomen, maar de springstof werkte niet goed en die droom viel in stukken.

Veel schippers woonden toen noodgedwongen met hun gezinnen in de kamers van de steenfabriek, die vanwege brandstofgebrek stil lag. Sommige maakten er maar het beste van en bekleedden de wanden in de gangen van de fabriek zelfs met papier dat afkomstig was uit een schip van de papierfabriek van Van Gelder & Zn.

Door toedoen van een tip van de Maurikse ondergrondse, kregen de Engelsen eind maart 1945 te horen dat er Duitse munitieschepen waren gelost in het haventje bij de steenfabriek De Roodvoet in Rijswijk. Ook zouden de schepen in het haventje en de kamers van de steenoven vol met munitie liggen. Het eerste was juist, maar het laatste niet.

Helaas bereikte dit laatste bericht de Engelse legerleiding te laat. Vanwege het slechte zicht die morgen, stelde men een operatie op 31 maart 1945 (zgn. Stille Zaterdag) uit tot ‘s avonds rond 18.15 uur. Drie Poolse Squadrons, behorende tot de 131e wing in Gilze-Rijen, met in totaal 36 Spitfires naderden De Roodvoet. Ze vlogen eerst richting Amerongen en keerden toen om en wierpen vervolgens 108 bommen (36 x 500 lb en 72 x 250 lb bommen) af boven het terrein van de fabriek en op de in de haven liggende schepen.

Er waren op dat moment ongeveer honderd evacuees in ondergebracht. Ook in het huis van de directeur Van Koolwijk verbleven acht evacués en een schippersgezin. Velen van hen waren door het onheilspellend geronk van het eskader bommenwerpers de poortgaten van de steenfabriek in gevlucht. De dikke muren van de ovens bleken bestand tegen de hevige explosies.

De waarnemingen van de Maurikse ondergrondse waren een tragisch misverstand. De munitie was gelost op steenfabriek De Lunenburgerwaard in Wijk bij Duurstede, recht tegenover steenfabriek De Roodvoet.

Op zaterdag 31 maart 1945, rond 18.15 uur zetten 36 geallieerde Spitfire bommenwerpers de aanval in. Het onheilspellende geronk van het eskader bommenwerpers was al van ver te horen, velen vluchtten.

Gevolgen van geallieerd bombardement op 31 maart 1945

Op het terrein van de steenfabriek waren ongeveer honderd evacuees ondergebracht. Ze zochten een veilig heenkomen in de stokgangen van de ovens.

De bommenwerpers wierpen elk zes bommen af op de fabriek en de in de haven liggende schepen. Gelukkig bleken de dikke muren van de ovens bestand tegen de hevige explosies. Helaas konden elf ongelukkigen geen goed heenkomen vinden en overleefden de gevolgen van de luchtaanval niet.

De begrafenis van negen van de elf slachtoffers vond plaats op 5 april 1945 op de Nederlands-Hervormde begraafplaats te Rijswijk.

Uit De Teisterbander van 7 april 1945. Het bericht spreekt van 11 kinderen en 3 volwassenen.

De ravage op het fabrieksterrein was enorm. Na de oorlog werd het complex echter voortvarend hersteld, en weer in bedrijf genomen. Mettertijd breidde De Roodvoet flink uit. De wederopbouw had bakstenen nodig. Veel bakstenen.

Overzicht fabriekscomplex 1952

Met de aanleg van het stuwcomplex bij Maurik in de jaren 1959–1962 werd het oude kanaal van De Roodvoet uitgegraven tot een nieuw, dieper kanaal, ongeveer net zo breed als de Nederrijn. De oude rivierbocht werd hiermee helemaal doorgesneden. Bovendien werd de oude rivierbocht deels gedempt, zodat ze door een nieuwe landbrug verbonden was met de Rijswijkse oever. Daardoor kwam wat er van het terrein van De Roodvoet overgebeleven was feitelijk, aan de overkant van de Nederrijn te liggen, en ging het perceel over naar de provincie Gelderland. Zie voor meer uitleg de kaarten aan het einde van deze blog.

Nieuwe Nederrijn en de landbrug

Na het overlijden van Stephan Arntz in 1964 werd het bedrijf ingebracht in een nieuw opgerichte vennootschap. de N.V. Maatschappij tot Exploitatie Van Waalsteenfabrieken. Zijn zoon Willem Arntz, die de fabriek al geruime tijd leidde, werd aangesteld als directeur. In 1976 verkocht de familie Artnz De Roodvoet aan de Brabantse steenbakkersfamilie Van Hapert uit Eindhoven. Deze brachten de fabriek onder in Van Hapert Beheer. De verkoopactiviteiten werden later ondergebracht bij het verkoopkantoor Waalsteen Driebergen.

Na de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal was hoog water ook echt hoog water voor de Duurse steenbakkerijen

In 1982 brak er een zware brand uit op De Roodvoet, die een flinke impuls gaf tot grootscheepse modernisering van het bedrijf. Er werd een gasgestookte tunneloven gebouwd. Hiermee verviel het gebruik van de markante fabrieksschoorsteen, die een kleine honderd jaar lang de rook van de steenkoolovens over de Betuwse boomgaarden geblazen had. Toen ik het terrein in 2009 bezocht, 27 jaar later, groeide er een struik in de schoorsteenmond, die ook op andere foto’s op deze webpagina zichtbaar is.

In de zeer brede gasoven konden wel twintig bladen (metalen trays met voorgevormde klei) tegelijk in de breedte geladen worden. Voor die tijd had de oven enorme afmetingen. Ook werd er een complete zet-en-ontladingsmachine geplaatst. Hiermee kwam veel zwaar handwerk, te weten het op de oven zetten van de kleivormen en het ontladen van de gebakken steen, te vervallen.

Ovenuitkomst op de tunnelovenwagens

Onderdelen van de zet-en ontladingsinstallatie

De Hubert handvormpers

Van de zusterfabriek De Lunenburgerwaard werd een vrij nieuwe Hubert handvormpers overgeplaatst. In zijn uitvoering een bijzondere machine, die werkte met dubbele vormbakken.

De Roodvoet fabriceerde bakstenen in veel verschillende formaten. Naast het gewone waalformaat, voerde de fabriek rijnformaat, ijsselformaat, vechtformaat, euroformaat en dikformaat. Dit betekende dat de fabriek een enorme voorraad aan verschillende vormbakken had, voor elk formaat een complete serie.

In 1998 werd het bedrijf overgenomen door Hanson-Desimpel en een jaar later in 1999 door Terca-Koramic. Dat laatste bedrijf wordt in 2002 opgekocht door de Wienerberger-groep. De fabriek gaat daarna verder onder de naam Wienerberger Steenfabriek De Roodvoet.

Onder druk van de recessie werd in maart 2009 de productie stilgelegd. In juni 2010 stopte ook de verkoop van bakstenen op de fabriek en werd De Roodvoet definitief gesloten.

Het fabrieksterrein in februari 2010

Lopende band voor klei-aanvoer, nam de plek van de stoomlocomotief in na de brand van 1982.

Wat rest zijn de vele handvormstenen met het ingedrukte voetje, die de herinnering aan deze fabriek nog lang levend zullen houden.

Baksteen met rood voetje

Brand in leegstaand gebouw voormalige steenfabriek Rijswijk
18–03–2018, 18:09 — StadBuren.nl

RIJSWIJK Zondagmiddag 18 maart om 16:25 uur werd de brandweer van Maurik gealarmeerd voor een brandgerucht aan de Rijnbandijk in Rijswijk. Bij nader onderzoek bleek een leegstaand gebouw van voormalige steenfabriek Roodvoet in brand te staan. Op het terrein is al vaker brand geweest in 1 van de gebouwen en brandstichting wordt niet uitgesloten.

De gemeente Buren werkt aan herontwikkeling van het Roodvoet terrein, dat vlak naast vakantiepark “Eiland van Maurik” ligt. Sommige Roodvoet-gebouwen zou je als monument kunnen beschouwen, maar de periodiek uitbrekende brandjes in de ver van de bebouwde kom liggende gebouwen maken ze handig slooprijp. De onderstaande fotoserie is van een Burense ambtenaar, 2014. SG

Schoorsteen roodvoet

Fotograaf Jean Paul Opperman ontdekt de fabriek in 2016 en fotografeert

https://jean-paulopperman.nl/steenfabriek-roodvoet-te-rijswijk-langs-de-neder-rijn/

Zijn tekst:

Toen ik vanmiddag langs de Neder-Rijn in Rijswijk wandelde kwam ik per toeval, of nou ja per toeval…, uit bij een aantal leeg staande huizen langs de rivier. Het blijkt te horen bij het complex van de voormalige Wienerberger steenfabriek Roodvoet. Het terrein is verlaten al is wel te zien dat men bezig is op het terrein, volgens mij is er aan de voorzijde ook camerabewaking aanwezig aan een spandoek te zien.

De steenfabriek sloot enige jaren geleden haar deuren, de productie werd verplaatst naar België en de huizen staan al geruime tijd leeg, een kalender toonde het jaar 2007, spinnen rag was op veel plaatsen zichtbaar, waterschade, maar ook de huiselijke sfeer van weleer was goed zichtbaar.

De enorme hal die nu leeg en kaal is doet vermoeden dat de productie in deze steenfabriek behoorlijk hoog was, en ik voelde me best wel klein in die hal. Het begon toen ook nog te regenen en het was al aan het einde van de middag, dus dat gekletter en gekraak gaf me continu het idee dat er meer mensen waren.

Dat gevoel zou misschien best wel kunnen kloppen, er is dan ook veel gebeurd op deze plek. Het is vandaag 20 januari en precies 133 jaar geleden op 20 januari 1883 kocht de firma Terwindt & Arntz uit Nijmegen een stuk van het Roodvoet perceel om er een steenfabriek te bouwen.

In 2002 kocht Wienerberger-groep de fabriek en sloot haar deuren al weer 7 jaar later in 2009. De recessie maakte het onmogelijk om nog op de oude voet door te gaan. Ruim honderd jaar geschiedenis achter zich latend..

Bij deze een paar foto’s van Opperman. De overige op zijn website zijn ook beslist het bekijken waard.

Op 18 maart 2024 maakte een voorbijganger dit UrbEx filmpje van het Roodvoet complex.

Hoe ziet dat eruit op de kaart?

De Roodvoet was ooit een rivierbocht, met een rode voet. Hieronder zie je wat 150 jaar ingrijpen in het landschap doet.

Voor :

Detail van de topografische en militaire kaarten gemaakt van het rivierengebied in 1850. Auteursrechten Topografische Dienst/Kadaster.

Na:

Het is op het eerste gezicht moeilijk om kop en staart te maken van alle verschillende waterlopen en – lichamen op deze plek, maar als je de loop van de Nederrijn van vóór 1869 over het kaartbeeld van Google heen legt, wordt het duidelijker wat er allemaal precies veranderd is:

Was dit onvermijdelijk?

Ik vermoed dat zonder de grote recessie De Roodvoet nog in bedrijf was geweest. De beslissing om te sluiten zou zo gegaan kunnen zijn: op een mooie zomerdag in 2009, in het hoofdkwartier van Wienerberger in de Vienna Twin Tower aan de Wienerbergstrasse 11, Wenen, Oostenrijk, opent iemand een spreadsheet.

Vienna Twin Tower aan de Wienerbergstrasse

In opdracht van de hoogste baas, sorteert deze persoon de productie-statistieken van alle Wienerberger fabrieken in Europa, op volgorde van grootte en winstgevendheid. De onderste 27 namen worden van de lange lijst geschrapt. Daarmee wordt ook de Roodvoet na 126 jaar draaien stilgelegd. Ik begrijp dat er nu, in wat rest van de oude rivierbocht, een jachthaventje komt. Hopelijk laten ze de oude fabrieksschoorsteen staan. — SG